Sommige investeringen zoals overnames, goodwill (meerwaarde van een onderneming), specifieke assets, … zijn moeilijk bancair financierbaar. Vaak komt dit doordat de bank en de ondernemer niet op dezelfde golflengte zitten qua bedrag of duurtijd van de financiering.
Vastgoed leent zich echter uitstekend tot financiering of herfinanciering. Veel ondernemingen sluiten daarom een lease & lease-back af (ook wel erfpacht-and-lease-back genoemd) voor een onroerend goed. Die financieringstechniek bestaat erin dat de onderneming op een onroerend goed dat op het actief staat van haar balans een erfpacht verleent aan de leasingmaatschappij tegen betaling van een éénmalige canon en onmiddellijk dat zelfde goed terugleast.
Vaak loopt een lease-and-lease-back over 15 jaar. Dankzij de financieringstechniek creëren ondernemingen cash waarmee ze investeringen verrichten of een buffer bedrijfskapitaal aanleggen.
In 2015 had de Commissie voor Boekhoudkundige Normen een advies (CBN 2015/5) gepubliceerd over de verwerking van onroerende zakelijke rechten. Daarbij rezen er vragen rond de verwerking van lease-and-lease-back. De ruling van 19 april 2016 biedt een antwoord op die vragen.
Robin Messiaen, Senior Associate bij Sherpa Law, beschrijft in de nieuwsbrief Spartax in het artikel “Gespreide belasting van ( onroerende ) meerwaarden : u weet niet meer waar u aan begint” zowel de complexe en evolutieve problematiek van de waardering van erfpacht als de ruling.