Leasingmarkt kent uitstekend jaar 2016

2016 heeft zich een vruchtbaar jaar getoond voor de Belgische leasingmarkt. De productie van roerende en onroerende leasing samen steeg maar liefst een kwart (25,2% om precies te zijn) tegenover een jaar eerder en bedroeg 6 miljard EUR.[1]

Sterke cijfers voor roerende en onroerende leasing

De roerende leasing sterkte aan met 22,3%. De grootste groeisegmenten waren weggelegd voor bedrijfswagens (+56,7%) en computers en bureelmateriaal (+32,1%). Ook de categorieën “industriële machines en uitrustingen” en personenwagens deden het prima, met een respectievelijke groei van 16,9% en 14,2%. Nemen we de bedrijfswagens en personenwagens, dan zijn zij samen goed voor de helft van de totale productie van 2016.

De groei van onroerende leasing tekende zich nog sterker af dan die van de roerende leasing. De leasing van gebouwen steeg namelijk met maar liefst 45,1%.

Wat opvalt binnen deze cijfers voor roerende en onroerende leasing is dat de twee sectoren die traditioneel gezien het minst gebruik maken van leasing - namelijk de publieke sector en de landbouw - het meest gegroeid zijn in 2016. Het voorbije jaar steeg de productie van leasing aan deze sectoren met respectievelijk 68,2% en 27,5%.

De uitstekende productiecijfers voor 2016 tekenen zich ook af in het totale uitstaande volume. Zo stond er het voorbije jaar voor 14,6 miljard EUR aan leasing uit. Het merendeel betrof roerende leasing met 9,9 miljard EUR. Onroerende leasing was goed voor 4,7 miljard EUR.

Dat blijkt uit het jaarverslag van de Belgische Leasingvereniging (BLV) dat gisteren werd voorgesteld.

Een boeiend jaar voor BLV

Uit dit rapport valt ook te noteren dat de BLV het voorbije jaar niet stilgezeten heeft. Niet enkel door de sterke groeicijfers van leasing maar ook door een resem wetsvoorstellen, regelgevingen en initiatieven. Zo passeerden in de loop van 2016 onder meer de revue:

  • Het wetsvoorstel van Jef Van den Bergh (CD&V) om voertuigen te immobiliseren en verbeurd te laten verklaren bij verkeersrecidivisten, ook al is de chauffeur geen eigenaar van het voertuig (bv. bij een leasevoertuig);
  • De Programmawet die moet toestaan om douane- en accijnsschulden en penale boetes makkelijker in te vorderen via de inbeslagname van voertuigen, ook al is de chauffeur geen eigenaar van het voertuig;
  • De richtlijn tegen belastingontwijkende praktijken met een interestaftrekbeperking;
  • De antiwitwasregelgeving voor leasingbedrijven;
  • De wet overheidsopdrachten;
  • IFRS 16 (boekhoudkundige standaard voor de verwerking van leasing in de jaarrekeningen van leasinggevers en leasingnemers);
  • Het streven naar een Europese geharmoniseerde kredietcentrale;
  • Het financieren van de circulaire economie.

Wie meer wil weten over deze onderwerpen en wil weten welke impact ze hebben op de BLV en de leasingmarkt, kan hier het jaarverslag raadplegen.

 

[1] Op basis van de ondertekening van het contract

Publicaties

IFRS uitgangspunten

Doorheen alle IAS standaarden zijn twee principes heilig : Het “substance over form” principe waakt erover dat de geest van de overeenkomsten...

Doorheen alle IAS standaarden zijn twee principes heilig :

Het “substance over form” principe waakt erover dat de geest van de overeenkomsten primeert boven de letter van de overeenkomst.

Het “fair value” principe verwijst naar het Angelsaksische model waarbij de realisatiewaarde primeert boven de historische waarde, die eerder in het continentale boekhoudmodel terug te vinden.

IAS 17

De standaard die de behandeling van leasingovereenkomst beschrijft is de IAS 17 norm. Deze norm beschrijft een dubbel model (Financiële Lease –...

De standaard die de behandeling van leasingovereenkomst beschrijft is de IAS 17 norm. Deze norm beschrijft een dubbel model (Financiële Lease – Operationele Lease) waarbij het onderscheid gebaseerd is op het al dan niet overdragen van de risico’s en voordelen verbonden aan de financiering. Aan de hand van acht criteria kan worden bepaald of een transactie ofwel een financiële ofwel een operationele lease is. Indien aan één van de criteria is voldaan spreekt men van een financiële lease.

De criteria zijn de volgende :

  • Is er een automatische eigendomsoverdracht naar de lessee op het einde van de lease periode
  • Is de optieprijs beduidend lager dan de marktwaarde
  • Dekt de lease periode het grootste deel van de economische levensduur van het actief
  • Is het geleasde actief dermate specifiek dat het alleen door die lessee kan ingezet worden
  • Draagt de lessee bij vroegtijdige stopzetting de verliezen
  • Draagt de lessee de resultaten van de wijziging in de reële waarde van het actief
  • Kan de lessee na de lease periode verder huren voor een beduidend lagere huurprijs
  • Is de actuele waarde van de lease betalingen groter of gelijk aan de reële waarde van het actief

Exposure draft dd 17 augustus 2010

Gezien het verschil in boekhoudkundige behandeling tussen IAS 17 en FASB 13 (norm van toepassing in de VS) voor wat betreft leasingtransacties,...

Gezien het verschil in boekhoudkundige behandeling tussen IAS 17 en FASB 13 (norm van toepassing in de VS) voor wat betreft leasingtransacties, heeft men getracht door middel van deze exposure draft een éénvormige norm uit te vaardigen. Deze exposure draft stelt een enkelvoudig model voor voor de lessee en een dubbel model, gebaseerd op de overdracht van risico’s en voordelen, voor de lessor. Onder andere gezien de asymmetrie kwamen er ongeveer 750 negatieve reacties binnen tijdens de publieke reactieperiode. Het model werd dan ook afgevoerd en gaf aanleiding tot het uitvaardigen van een Re – exposure draft.

Re - Exposure draft dd 16 mei 2013

Deze re-exposure draft stelt opnieuw een dubbel model voor zowel voor lessee als voor lessor. Dit dubbel model is gebaseerd op consumptie van het...

Deze re-exposure draft stelt opnieuw een dubbel model voor zowel voor lessee als voor lessor. Dit dubbel model is gebaseerd op consumptie van het onderliggende actief. Kortweg kan men stellen dat equipment lease, waarbij het actiefbestanddeel verbruikt wordt tijdens de lease periode, een andere boekhoudkundige behandeling krijgt dan real estate lease, zonder consumptie van het geleasde actief.

Ook hierop kwamen ongeveer 600 reacties, waarbij vooral het onduidelijke onderscheid met servicecontracten en de eraan verbonden activatie bij de lessee als voornaamste opmerkingen naar voor kwamen.

 

Laatste ontwikkelingen

Volgens de laatste gemeenschappelijke vergaderingen tussen de IASB en de FASB zou er opnieuw een onderscheid worden gemaakt tussen de IASB norm en de...

Volgens de laatste gemeenschappelijke vergaderingen tussen de IASB en de FASB zou er opnieuw een onderscheid worden gemaakt tussen de IASB norm en de FASB norm.

Op 13 januari 2016 publiceerde de IASB de nieuwe IAS 16-norm ter vervanging van de vroegere IAS 17-norm, voor de verwerking van leasecontracten.